f
Maar Floor vond, dat één vrouw genoeg was en hij trok zich bescheiden terug in zijn mand en beet net zolang aan z’n strik tot hij deze los had gepeuterd.
„Strengen opwinden!” gebood Riek, toen ze de wol, die de meisjes meegebracht hadden, geïnspecteerd 'had.
„Genoegelijk, al die lichte kleuren,” vond Suus. „Heb je patroontjes, Riek?”
„Dodden gewoon,” en Riek haalde al de aardige hand-werkboekjes tevoorschijn, die ze tijdens 'haar ziek-zijn gekregen had en waaruit ze zoveel had gemaakt voor kleine Riekje.
„Ik zou graag dat leuke kruippakje maken,” zei Ans. „Wil je me ermee helpen, Riek?”
„En ik dat jurkje!” riep enthousiast Miep.
„O, kijk toch eens, wat een schattig manteltje! Zou het moeilijk te maken zijn, Riek?” Bep was vuur en vlam en wilde het liefst direct geholpen worden. „Zeg eens even!” lachte Riek en ze hield de handen voor de oren „Jullie tetteren me doof! En denk je, dat ik jullie allemaal tegelijk kan helpen? Nita, jij hebt nog niets uitgekozen. Is er niets van je gading bij ?”
„’t Lijkt me allemaal zo moeilijk. Als ik zo’n beschrijving lees, krijg ik kippetjesvel.”
„Hoe bescheiden,” spotte Ans.
„Begin jij dan met een eenvoudig truitje,” raadde Riek haar aan. „Zet nu maar, laat es kijken, ja, zet maar 58 steken op.”
„Jij hebt makkelijk praten! Zet maar op! Ik ben een boon als ik meer weet hoe je op moet zetten.”
„Wacht, daar kan ik je wel mee helpen,” bood Bep direct aan.
Riek ging van de een naar de ander en na verloop van een tijdje rikketikten alle breinaalden genoegelijk.
„Als je eenmaal begonnen bent, kun je er gewoon niet mee ophouden,” zei Bep, die in het vuur van de arbeid het puntje van haar tong uitstak.
75