ziek wurm te zitten, dat direct zo moe is. Als ze uit de hoogte doet, zoiets van de freule die op armbezoek komt, dan kan ze opwaaien. Riek, Riek,” kapittelde ze zichzelf. „Wat ben je weer kwaaddenkend! Inplaats, dat je het op prijs stelt, en er dankbaar voor bent, zit je allemaal nare dingen uit te broeien. Als Nita komt — misschien heeft ze het maar zo losjesweg gezegd en komt ze helemaal niet — dan zal ik echt m’n best doen om het haar naar de zin te maken. Ik weet wel niet, waar ik het met haar over hebben moet, misschien is er toch wel iets, dat we allebei aardig vinden en daar zal ik dan met haar over kakelen. In ieder geval is het leuk weer eens een meisje van mijn eigen leeftijd bij me te hebben, nu de anderen me zo lekkertjes in de steek laten. Neen, dat weet ik toch zeker van mezelf, als Bep of Miep ziek waren, dan zou ik ieder vrij ogenblik bij ze zitten en alles doen om ze een beetje afleiding te geven. Maar, misschien heeft die Dok van mij het wel verboden en vindt hij, dat ik me anders te druk maak. Nu, met Nita zal ik me heus niet te druk maken, want die is helemaal niet zo woelig en druk als mijn dierbare vriendinnen en ikzelf. Ik wou, dat ze maar niet zo lang met komen wachtte, ik begin er echt zin in te krijgen.”
Toen moeder een poosje later kwam kijken en een glas melk neerzette, vond ze Riek slapend met een vroolijk lachje om de lippen. Zacht deed ze de deur weer dicht en sloop de trap af.
„Ze is met een prettige gedachte gaan slapen,” dacht ze dankbaar.
„Dag!”
„Dag!”
Er volgde een zwijgen en de beide meisjes keken elkaar wat verlegen aan. Nita, met onhandig gefrommel in de
22