MIES DEMMING. 55
moedend thuis kwam, zag ze tot haar schrik, dat de tafel gedekt was en „hèt sein”, zoo onmiskenbaar op hevigen storm en regen stond, dat ’t al merkbaar was aan de gezichten van Moeder en Frans, die dienst deden als waar-schuwingssein voor Mies.
De maaltijd werd zwijgend gebruikt, en Mies, wier wenkbrauwen hoog opgetrokken, Frans om opheldering, verzochten* bleef in het onzekere wat wel de oorzaak van Vaders’ woede kon zijn, want Frans gaf taal noch teeken.
Na tafel, toen Mies vlug naar haar kamertje wilde verdwijnen, bulderde plotseling haar vaders’ stem:
„Hei daar, jij, kom eens hier.”