Mies Demming

Titel
Mies Demming

Jaar
1925

Druk
1925

Overig
1ed 1925

Pagina's
210



ZESDE HOOFDSTUK.

In de groote zaal van het Concertgebouw was een uitgelezen publiek bijeen.

Zoo was het immers altijd, als Erna Ruben-stein, de jeugdige violiste optrad.

In de pauze, slenterend door de wandelgangen vertelden de menschen elkaar vol enthousiasme, hoe schitterend ze toch weer gespeeld had en men roemde om ’t zeerst de techniek, den heerlijk fluweeligen toon van het jonge meisje.

Midden in den menschenstroom, liep, geflankeerd door Mies en Dolly, Eduard van Meeteren. En ’t was niet zonder voldoening, zelfs met een tikje trots, dat hij waarnam, hoe de menschen met welgevallen keken naar de aardige meisjes, het zwartje en het blondje, die aan zijn zijde liepen.

Ze zagen er dan ook uit om te stelen, Dolly in een kleedje van Nijl-groene zijde, een kleur, die wonderwel paste bij de teêre blankheid van haar huid en blonde haren.

En Mies, die ’s avonds op haar mooist was, in een robe van zwarte crêpe de Chine, geborduurd met allerlei grillige figuren in fel-Oostersche tinten.

De jurk, die door haar apart cachet ietwat gewaagd was, deed Mies’ donkere schoonheid bi-zonder goed uitkomen. Het ingespannen luisteren naar de muziek had aan haar anders wat bleeke wangen een zacht kleurtje gegeven en de donkere oogen schitterden in ongemeene pracht.

Terwijl ze langzaam meeslenterden in den menschenstroom, werd Mies eensklaps staande gehouden en klonk haar een diepe stem toe, die vriendelijk vroeg:


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.