Mies Demming

Titel
Mies Demming

Jaar
1925

Druk
1925

Overig
1ed 1925

Pagina's
210



MIES DEMMING.    23

bruik van maken.”

„Gaat u al derek?”

„Neen, op ’t einde van de maand.”

„Nou, ik sel je dan wel missen, hoor! Je had altijd ’n frindelijk woord voor me, da’ kan je ook niet van ’n iedereen segge. Nou, ik smeer ’m,” en met een amicalen handzwaai verliet Janus het kantoortje.

Mies begon weer te werken, doch het wilde vandaag niet vlotten. Telkens moest ze even naar buiten kijken, naar de boomen op de gracht, die al begonnen uit te loopen.

Ze stond op en boog zich uit het raam. Lang bleef haar blik rusten op het boompje, vlak voor het Gebouw, dat in het zonlicht net een jong t^ruidje leek, met een doorzichtig sluiertje van teer groen.

„M’n boomen zal ik missen,” dacht Mies. „’t Kantoor van Denijs is in een akelige, drukke stadsbuurt. Nou ja, ik kan niet alles hebben zooals ik ’t graag wil.”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.