87
ik aan jullie allen denk en vooral aan je moeder, waar ik dikwijls zoo vertrouwelijk mee heb zitten praten."
„Je bent een vreeselijke favoriet van moeder en zelfs de Gestrenge Heer Pipa mag je graag lijden en dat wil wat zeggen!"
„Ik vind het heel jammer, dat de warme, hartelijke verhouding die er in jullie gezin was, verstoord is."
„Och, au fond is die onveranderd, ze zijn alleen maar als drie stoute kinderen die hun zin niet krijgen. En dan, de brave oude lieden houden te veel aan hun eigen jeugd vast. Vader vooral hamert eeuwig op de „ijzeren roe" waarmee hij in z'n jeugd geregeerd werd en de tegenstelling met onze gouden jeugd. Waarna er bekende litaneïen gezongen worden, die verband houden met mijn weelderige bevliegingen, m'n niet al te groote werklust, allemaal het gevolg van „het véél te goed hebben". De brave Piepert vergeet alleen maar, dat we wat je zoo noemt geboren zijn in een opgemaakt, warm beddeke en van onze prilste jeugd niet anders gekend hebben, dan comfort, iets waaraan hij in het strenge ouderhuis heelemaal niet gewend was."
Norine, de ernstige oogen gevestigd op de stralende bergen in zon, zei langzaam:
„Draai je de dingen niet te veel naar je eigen kant toe, Fred? Ik kan me er zoo goed indenken, dat het je vader, dien stoeren werker, een gruwel is een levenskunstenaar tot zoon te hebben. O, ik weet wel, dat je het allemaal een beetje overdrijft, maar toch,