33
„Een en twintig."
„Ik negentien."
„Ik moet nu heusch werken."
„Laat me u helpen, toe, u zult eens zien in hoe 'n waanzinnig tempo ik kan typen."
„Er is nu niets te typen. Morgen zal ik werk voor u klaar leggen, maar laat u me dan nu aan m'n werk gaan."
Sally sprong van het bureau.
„Hoe heet je?" vroeg ze, haar arm vertrouwelijk om het meisje heen slaande.
„Norine."
,,'n Aardige naam. Maar geen speciaal Zwitsersche naam."
„Mijn moeder heette Nora en om verwarring te voorkomen noemde men mij Norine."
„Ik heet Sally. Zeg geen Miss tegen me, want dan doe ik je een driedubbele moord. Nu, Norine, ga dan maar aan je werk, dan ga ik die saaie sijs boven opzoeken. Je zult een boel last van me krijgen, want je bevalt me, al werk je veel te veel naar mijn zin. Bye, bye!"
Ze slingerde het bureau uit en Norine hoorde haar schel fluitend de hall instappen.
„Hemeltje, wat een type is dat," dacht Norine, terwijl ze den arbeid weer opvatte. „Maar er is iets zóó onweerstaanbaars in haar, dat je haar graag alle nieuwsgierigheid en zotheid vergeeft."
Norine pende nu ongestoord door en toen een uur later haar vader het bureau instapte schrok ze op, Contrasten. 3