20
Er kwam een zachte verteedering over haar en de hand van het meisje pakkend, zei ze:
,,U is heel lief, Professor van Buuren heeft niets teveel van u gezegd."
Een blos overtoog Norine’s gelaat en mevrouw vond, dat het meisje er al heel bekoorlijk uitzag met dat zachte kleurtje op de gebruinde wangen.
,,U heeft Professor zoo goed verzorgd toen hij hier een poosje ziek was. Dat heeft hij nooit vergeten."
„Ach, 't had niets te beteekenen," weerde Norine alle lof af. „Professor had keelontsteking en voelde zich tamelijk ziek. Natuurlijk heb ik hem toen verzorgd."
„Hij is heusch niet over u uitgepraat en toen hij bij ons was en hoorde, dat we naar Interlaken zouden ga£in, was z'n eerste woord: „dan moet jullie naar Norinchen gaan."
„Hij is een lieve, hartelijke man," vond Norine. „En hij heeft ons al heel wat gasten gestuurd. Als 't van hem afhing, dan werden we schatrijk."
„Misschien wordt u dat dan ook," lachte mevrouw, die hoe langer hoe meer sympathie voor Norine begon te voelen en zich nu Professor's voorkeur best kon begrijpen.
Een bitter lachje vloog over Norine's gelaat.
„Wij rijk? Daar is niet veel kans op. Professor zal u toch ook wel verteld hebben, dat ons hotel niet zoo bovenmatig floreert. We zullen er ook niet lang meer in kunnen blijven, vader en ik."
Norine begreep het zelf niet, dat ze zich tegenover