15
flink, we zien de dingen onder de oogen, en avant, mon enfant!"
Toen Norine terug kwam in het bureau, was het haar, of er een druk van haar weggenomen was.
Had de verkoop van hun geliefd hotel eigenlijk niet al jaren als het zwaard van Damocles boven hun hoofd gehangen? Nu was het onvermijdelijke daar en ze voelde, dat het beter was. Mocht zij tobben, waar haar grijze Vader zijn noodlot zoo dapper aanvaardde?
Make the best of it! Ze z o u het. Ze zou de tanden op elkaar zetten, hoe ook de omstandigheden werden.
Eén ding was er, wat ze vurig hoopte en dat was, dat haar vader met haar in hetzelfde hotel zou komen. Samen met hem zou ze immers alles veel gemakkelijker kunnen dragen.
„Juffrouw Norine," stoorde haar het kamermeisje van de eerste étage, ,,de dame van 14 vraagt of u niet even bij haar kunt komen."
„Kamer veertien," zei Norine, „dat is die dame uit Holland, die vanmorgen aangekomen is. Ik zal direct gaan."
„Ze vroeg nog twee wollen dekens en ze heeft geen kussens genoeg en de divan is te hard," berichtte het meisje.
Er kwam iets als een vredige rust over Norine, toen het door haar hoofd speelde, dat ze nu binnenkort geen hartkloppingen meer behoefde te krijgen,