115
grond. „Misschien is er iets los aan uw stoel, een veer of zooiets."
Margret ging weer zitten, maar ze keek onrustig den grond langs.
„Is Sally nog niet beneden?" vroeg Paul, die zich begon te vervelen bij Margret.
„Die zit natuurlijk weer bij dat kind."
„Och, ook een gril. Miss America verveelt zich," lachte Paul. „U is, geloof ik, niet erg op haar gesteld, wel?"
,,'t Is een onverdragelijk, egoïstisch, excentriek schepsel."
Een dof gekerm, dat uit den grond scheen te komen, deed hen allebei verschrikt opspringen.
,,'t Is hier unheimisch!" zei Margret, die wit om haar neus zag.
„Och wat, onzin! wat kan dat nu zijn?"
Paul stond op en keek den kant op waar het geluid vandaan was gekomen.
Als een duiveltje uit een doosje veerde Sally uit haar stoel en de beide verschrikte kwaadsprekers aanminnig toeknikkend, zei ze:
„Zoo komt men achter de waarheid, meine Lieben! Jammer, dat Miss America zoo goed Duitsch verstaat!"
„Unverschamt!" gromde Paul.
„Maar niet zoo in-gemeen en valsch als jullie kleingeestig geklets!" snauwde Sally. „Ik zal dan ook niet in gebreke blijven Norinchen en Fred te vertellen, hoe jullie over hun verloving denkt!"