113
Stoelen schoven over den parketvloer en Paul scheen plaats te nemen naast Margret.
„Heeft u al ontbeten?” informeerde hij.
„O, ja, al lang.”
„Ik wacht maar even tot Fred komt. En wat zegt u van het groote nieuws?”
„Welk nieuws?” hoorde Sally haar nieuwsgierig vragen.
„Ik zie in gedachte d’r curieusneus naar voren steken,” dacht ze.
„Ah, ja, u was al naar boven, toen Fred het bekend maakte. Heeft Sally u dan niets verteld?”
„Neen, lekker niet!” verkneukelde deze zich.
„Ik sliep al toen ze boven kwam.”
„Lieg je knappies, liefie!” dacht Sally.
„Fred heeft zich gisteren, terwijl wij op die Jung-frau waren met Norine verloofd.”
„Wat zegt u?”
„Ze ontploft!” genoot Sally.
„Met Norine? dat hotelierskind! ’t Is belachelijk!" „Wahnsinn!”
„Ha!” Sally slaakte bijna een hoorbaren kreet. „Daar heb ik je dan, zachte Wiener!”
„Z'n ouders zullen deze mésalliance wel heel erg vinden,” zei Margret vinnig.
„Scheermes!” schold Sally in gedachte.
„De Dannenburch’s zijn nu wel geen eerste klas lui, maar dat....!”
Sally had zich in haar woede op Margret bijna verraden, maar ze hield zich nog bijtijds in.
Contrasten. 8