110
de rijke Miss Graham, plan hebt als typiste in hetzelfde hotel te gaan werken. Ik zie je nog wel niet in een dusdanige betrekking, maar in ieder geval wil je het en dat helpt een boel. Fred zal je wel uitspelen tegen hun."
„Ben je gelukkig, Norinchen?"
„Heel, heel erg. Ik zit alleen zoo in den piepzak, dat Fred zich die toestemming tot onze verloving veel te gemakkelijk voorstelt."
„Never mind, baby! Dan doe je het immers toch! 't Is heusch belachelijk, dat toestemming-gevraag. Ik geef Fred schoon gelijk. Wanneer kan hij antwoord hebben?"
„Als alles meeloopt, over 'n dag of vier."
„Hij blijft natuurlijk hier tot het antwoord van den Gestrengen Heer Vader er is?"
„Ja, dat is hij tenminste van plan. Alleen loopt de hagedis met een snuit als een donderwolk rond, want die ziet zich in z'n reisplannen gedwarsboomd."
„Rustig laten donderen! Ik zal vandaag al m'n lieftalligheden over hem uitspreiden, misschien gaat hij er dan naar verlangen hier te blijven."
„Ik heb 't gevoel, dat hij erg 't land heeft over onze verbintenis."
„Denk je? Ik zal hem vandaag eens aan een van z'n gouden tanden voelen."
„Ja, doe dat. Maar ga nu om 's hemelswille weg, want ik moet even doorstoomen, anders kan ik vanmiddag niet mee met jullie."
„Kan ik je niet helpen?"