er liever en blijer uitgezien, dan toen ze naast haar knappen, donkeren Ernst midden tusschen de bloemen stond en al haar lieve kennissen en vrienden ontving.
De kamers waren een tuin vol bloemen, ’t leek wel, of iedereen zich had willen beijveren om het jonge, sympathieke paar te huldigen.
Uit heel den omtrek waren er bouquetten en manden gestuurd. Het doktersdochtertje was ook zóó bemind.
En de vrienden van Ernst uit het buitenland hadden de meest uitheemsche bloemen gezonden. Zoo stuurde een vorstelijke vriend, voor wien Ernst iederen winter speelde, aan de verloofde van den grooten violist een kistje waarin orchideeën.
Alle pleegkinderen van mevrouw Cortelingen waren overgekomen, behalve Dé, die niet van haar baby weg kon, maar Wim was present om Hare Majesteit te vertegenwoordigen, zooals hij lachend beweerde.
Nettie Cortelingen, die intusschen was opgegroeid tot een echt aardig tienjarig meiske, was bruidsmeisje en zag er in haar wit zijden jurkje, gegarneerd met kleine rose roosjes, uit, om te stelen.
Het was een onvergetelijke dag en er waren er drie, die toen de receptie afgeloopen was, stilletjes bij elkaar in de serre gingen zitten en dankbaar getuigden hoe blij ze waren, met het jonge geluk van Tine en Ernst.
84