Dat waren mevrouw van Beek, Mevrouw Cor-telingen en dokter Durieu.
„En wanneer beginnen nu de besprekingen over de fancy-fair ?” vroeg dokter Durieu den morgen na de receptie, toen allen vereenigd waren om de ontbijttafel. „We mogen in onze vreugde die arme vrouw Steyn niet vergeten.”
„O, vadertjelief, dat heb ik niet gedaan,” zei Tine. „Ik heb er alles voor klaar, we moeten alleen nog maar een datum bepalen.”
„Wanneer heb je dat allemaal gedaan ?” vroeg haar vader verwonderd.
„Tusschen de bedrijven door,” zei Herman trotsch. „Ons prinsesje was de leidster, wij hebben ’s avonds het vuur uit onze sloffen ge-loopen om de fine fleur van ons „darp” aan te moedigen mee te doen met de fancy-fair.”
„Er zijn al een massa handwerken en mooie voorwerpen ingekomen,” zei Tine blij. „En alle leveranciers hebben levensmiddelen, fruit enz. afgestaan. Mijnheer Tervaart heeft beloofd, dat we kistjes sigaren en tabak voor het goede doel krijgen. Eenig, niet ?”
„Ja, dat zijn ook van die menschen die helpen waar te helpen valt,” zei dokter vol waar-deering.
„En Wim stuurt een schilderij, dat verloot kan worden. Reuze, hè ?”
85