„O, Vadertje,” zei Tine gelukkig en ze nestelde haar kopje dicht tegen zijn borst aan.
Toen vloog ze naar mevrouw Cortelingen toe en terwijl ze haar hartelijk omhelsde zei ze blij:
„Dank u, lief moedertje.”
Het was een gejubel van belang, toen het drietal naar boven toog om de jongens en Juffrouw Bergsma het blijde nieuws te gaan vertellen.
„Daar hoort „panje” bij, Pipa,” juichte Karel.
„Geen denken aan,” lachte dokter Durieu. „We doen ’t vanavond met een glaasje wijn af en als Ernst er is fuif ik jullie op champagne.”
„Hoera, leve de Pipa!” riepen de broers en terwijl ze elkaar een stillen wenk gaven, die direct begrepen werd, stoven ze op Tine af, die, voor ze ’t wist, door hun sterke handen omhoog getild werd en onder het geroep van : „leve ons prinsesje en haar Ernst” in triomf door de kamer gedragen werd.
„De feestvreugde heeft de jongens nu al te pakken”, lachte juffrouw Bergsma. „Hoe moet dat gaan als de verloving gevierd wordt.”
„Dan staan we allemaal op ons kop,” dolde Leo.
„Dat zal een vreemdsoortige receptie worden,” lachte mevrouw Cortelingen.
’t Werd een heerlijke receptie. Nooit had Tine
83