verkiest het jonggezellenleventje op te geven.” „Och, goeie, dikke Moeke, maak je nou niet zoo kwaad,” lachte Leo. „We gunnen ons prinsesje toch alle drie het aller, allerbeste, ’t Was maar een opkomende gedachte van Karel. ’ ’ „Ik hoop maar, dat ze den dokter tot man neemt. De Pipa was erg over hem te spreken.” zei Herman.
„Een artist zou een vreemd element in ons midden zijn,” meende Karel.
„Als zij er maar gelukkig mee is, dat is de hoofdzaak,” vond Juffrouw Bergsma, terwijl zij den ontbijtboel begon weg te ruimen.
Intusschen stapte Tine met eenigszins onrustig kloppend hart haar Vaders studeerkamer binnen.
In de groote eikenhouten leuningstoel voor zijn bureau zat dokter in peinzende houding.
Bij Tines binnenkomst keek hij op en zei op ontroerden toon :
„Ga hier eens dicht bij me zitten, kind, we moeten eens met elkaar praten.”
Tine schoof een stoel vlak bij haar vader en keek hem wat verlegen in de oogen. Ze voelde een gewichtig moment naderen.
„Tine, kind,” zei haar vader, terwijl hij zijn hand even, als beschermend, op haar hoofd liet rusten. „Ik heb vanmorgen een brief gekregen van Dokter Vermaas, waarin hij me om de hand van mijn dochter vraagt. Ik lees
66