Da’s te zeggen, Mevrouw kent ie geloof ik al.” „Weet je, dat Wim dokter Vermaas en Agnes ook gevraagd heeft ?”
„Je zet hem niet naast me hoor !” „Natuurlijk niet, daar heb ik direct aan gedacht na ons gesprek van een paar dagen geleden. Maar Wim vond, dat we, nu we ons eerste dinertje geven, na Carlo’s geboorte, Vermaas en z’n zuster niet konden passeeren.” „Neen, natuurlijk niet. Nu, Paps zal ’t fijn vinden met zijn jongen collega te kunnen boomen.”
„Ja, da’s waar. En Vermaas zal in z’n nopjes zijn, als hij hoort, dat de bekende dokter Durieu komt.”
„Ik ben erg benieuwd, wat Paps van Ernst zal zeggen,” zei Tine met een peinzenden trek in haar gezichtje.
„Hij zal hem zeker een heel bizonderen man vinden. En een groot artist. Daar twijfel ik niet aan.”
„Weet je, Deetje, bij ons is er een zeker vooroordeel tegen den artist in het algemeen. Erg bekrompen, vindt je niet ? Maar de Durieu’s zijn nu eenmaal een geslacht van oerdegelijke doctoren en notarissen en dat verschilt zoo hemelsbreed met den doorsnêe-artist, dat ze mekaar gewoon niet kunnen verstaan. En nu weet ik wel, dat je Ernst net zoomin als Wim kunt rekenen tot dè artisten, de lui met de losse
Tine Durieu 4.
49