„Ja, daarin heb je wel gelijk,” lachte Mevrouw. Het meisje kwam binnen en zette de thee op de theetafel. Tine schikte het theegerei en schonk een kopje voor mevrouw en haar in. De lekkere, knapperige koekjes zette ze op een tafeltje binnen hun bereik en toen vlijde ze zich weer neer op de pouffes.
Terwijl ze genoten van hun kopje thee, klonken plotseling uit de gang de tonen van een viool tot haar door.
„Wat is dat ?” zei Tine blij verrast, terwijl ze naar de heerlijke, zuivere tonen luisterde.
„Dat is nu de verrassing,” lachte Mevrouw ondeugend, „’t Is mijn zoon, die gisterenavond thuis is gekomen en een paar weekjes hier komt uitrusten. Hij zal, zooals ze dat in Engeland veel doen, bij onzen tea wat voor ons komen spelen. „Reuze”, hè ?”
De deur ging open en Ernst van Beek betrad de kamer.
Lichtelijk verward stond Tine op, al haar gewone vrijmoedigheid liet haar op dat moment in den steek.
’t Was je ook maar niks, vond ze, om daar ineens tegenover dien grooten violist te staan.
„Ik behoef jullie niet aan elkaar voor te stellen, is ’t wel ?” zei Mevrouw, die de verwarring van Tine opmerkte en haar zooveel mogelijk op haar gemak wou zetten.
„Neen, moedertje, dat is onnoodig,” lachte
42