„Dat zeggen ze jou ook niet iederen dag, hè Tineke ?” plaagde Wim.
„Ze zullen ’t gaan zeggen, wacht maar!” „In afwachting daarvan gaan we dus vanavond tennissen,” zei dokter, terwijl hij zich naar de deur begaf.
„Klokslag acht op de baan, dokter,” zei Wim. „Uw zuster komt toch mee ?”
„Zeer zeker, en ze zal ’t heel prettig vinden kennis te maken met juffrouw Durieu.”
Na een vriendelijk afscheid, besteeg dokter Vermaas wederom zijn motorfiets om zijn talrijke patienten te gaan bezoeken en ging het drietal naar binnen om, zooals ze altijd deden, als ze na langen tijd weer samen waren, de oude tijden te herdenken, toen Dé en Tine nog in huis waren bij Mevrouw Cortelingen en Wim nog „Oom Wim” was.
32