„Gossiepietje, wat moeilijk,” steunde Tine. „Vader, help eens mee.”
„Casa nuova. Is dat naar je zin ?”
„Ja, wel aardig,” zei Tine. „Maar ’t lijkt op dat van Dé en Wim, dat is Casa Bianca.”
„Ik weet er een !” riep Ernst. „Ons huizeke heeft aan alle kanten zon, als we ’t eens „Zonne Rondomme” noemden.”
„Bravo! prachtig!” riep Tine. „Wat een gezellig naampje.”
Op een heerlijken voorjaarsmorgen namen Tine en Ernst hun intrek op „Zonne Rondomme.’'
’t Was een weelde, door alle vertrekken te loopen en Tine voelde zich als een koninginnetje, temidden van al dit nieuwe, mooie.
Ernst werd van ’t een naar ’t ander meegetrokken en moest telkens komen zien, hoe dit stond en hoe mooi dat het deed.
En tusschen dit alles door draafde Tine naar de keuken, om beraadslagingen met Dirkje te houden over het menu van den dag.
„O, liefste, wat is dat allemaal knus,” juichte haar blijë stem. „Het idee, dat ik nu in ons eigen huisje de koffietafel in orde ga maken, ’t is een weelde.”
„Ik moet vanmiddag naar stad, vrouwke,” zei Ernst. „De lessen beginnen vandaag voor me. ’t Is nu uit met de vacantie.”
„Gelukkig maar,” lachte Tine. „Je zoudt een
21a