aandeed, dat hij alleen wenschte te gaan, terwijl hij anders zoo’n dagje samen in stad heel gezellig vond.
Het Bestuur van het Conservatorium, dat in zijn geheel aanwezig was, ontving Ernst op een bizonder heusche wijze en men liet hem duidelijk verstaan, hoezeer allen ingenomen waren met het feit, dat ze hem aan hun school konden verbinden.
De zaak was dan ook in den kortst mogelijken tijd beklonken en al Ernst’s voorwaarden werden onmiddellijk ingewilligd.
Toen Ernst bij Professor Greve kwam om hem den uitslag te komen vertellen, vond hij het echtpaar in groote spanning over den afloop van zijn bezoek.
„Nu vrouw, wat heb ik gezegd ?” zei Professor trotsch. „Je had hun gezichten moeten zien, toen ik ze vertelde, dat hij er wel voor voelde. Jongen, ’t doet me razend veel pleizier en vooral ook voor dat lieve wijfie van je.”
„Wat zal ze blij zijn,” zei mevrouw.
„En wat een uitkomst voor haar vader en jouw moeder. Wat zullen ze nu vaak naar stad komen ! Nu, daar winnen wij ook bij.”
„Dat staat nog niet zoo vast, Mevrouw,” zei Ernst. „Ik heb een heel ander plannetje. Eigenlijk iets, waar ik al een week mee rondloop.”
„Voor den dag ermee,” gebood Professor.
198