Tine Durieu

Titel
Tine Durieu

Jaar
1922

Druk
1922

Overig
1ed 1922

Pagina's
235



Ze hadden een zeer voorspoedige reis, alles was zoo goed geregeld, dat Ernst er heelemaal geen nadeelige gevolgen van ondervond.

Toen de trein het station binnenreed van Tines geboorteplaats, weerklonk een luid hoera geroep.

Daar stonden de drie broers en Mia, allen met bloemen in de handen, waarmee ze wuifden en zwaaiden toen ze Tines kopje uit het portier zagen verschijnen.

Maar direct daarop verscheen het grijze hoofd van dokter Durieu, die ze aanmaande tot kalmte.

„Wat zijn we ook kaffers, om zoo’n herrie te schoppen,” zei Leo. „We hadden moeten begrijpen, dat Ernst moe kan zijn van de reis.”

„Silentium !” commandeerde Herman en het viertal stond nu als muisjes zoo stil te wachten tot de trein stilstond.

Tine was haast niet te houden, toen ze hen zag en haar vader moest haar dwingen met uitstappen te wachten, tot de trein volkomen stil stond. Toen sprong ze er uit en viel regelrecht in de armen van „Kraal” haar lievelings-broer.

„Dag jongens, dag Mia !” riep ze, half in een snik. „O, wat een zaligheid, om jullie weer te zien.”

Maar dan dacht ze weer direct aan haar Ernst en zei angstig :



190

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.