in zijn arm en trok haar in wilde vaart mee naar de wachtende auto.
Er zat iets blij triomfantelijks in de wijze waarop hij haar meevoerde.
Onder het gejuich en vaarwel geroep van alle achterblijvenden bestegen ze de auto. De bruidsmeisjes en het strooistertje wierpen ze bloemen toe en toen reden ze in volle vaart naar het station.
En waar ze voorbij reden, stonden de dorpelingen voor hun deur en riepen : leve dokters Tine en haar man.
164