kens Mevrouw Van Beek en Mevrouw Cortelingen naar binnen en hier had een innig afscheid plaats tusschen Tine en haar beide moedertjes.
Toen omhelsde Tine Dé en de twee trouwe vriendinnen beloofden elkaar, dat de band, die er tusschen hen bestond even stevig zou blijven, ook al zouden ze vaak ver van elkaar verwijderd zijn.
„Tineke, de auto is voor,” kwam Juffrouw Bergsma waarschuwen.
„Ik kom,” zei Tine, terwijl ze haar handschoenen gejaagd toeknoopte.
En voort ging het naar beneden.
Tine zag er uit om te stelen in haar lichtgrijs mantelcostuumpje, een aardig vilten hoedje op de blonde haren.
Allen stonden van tafel op, toen ze binnenkwam en Ernst, die al geheel gereed op haar stond te wachten, nam zijn vrouwtje bij de hand en voerde haar naar haar vader.
Innig hield dokter Durieu haar in de armen geklemd en gaf haar toen over aan de broers, die hun zusje hartelijk vaarwel kusten.
„Kom liefste,” maande Ernst, die het afscheid niet te lang wilde rekken, aan. „Denk aan onzen trein.”
Toen volgden allen het jonge paar naar het terras, en weer begon het afscheid nemen.
Maar nu nam Ernst zijn jonge vrouw stevig
16S