grooten dag hun kleine Carlo aan de goede zorgen van Juf hadden toevertrouwd, die al eenige dagen tevoren bij hen gekomen was, opdat Carlo aan haar gewend zou 'zijn, als moedertje Dé een heelen dag van hem weg zou zijn.
„O, wat eenig, jullie ook!” jubelde Tine, toen de oude vriendinnen uit den tijd toen ze nog bij Mevrouw Cortelingen in huis was, voor haar stonden. Het waren Ada Wallen en Willy Leendertz, die opgegroeid waren tot twee bekoorlijke jonge meisjes.
„Woord gehouden, hè bruidje ?” zei Professor Greve, toen hij haar warm de hand drukte.
„Is ’t niet veel beter zoo ?” zei Tine met een blik op Mia en Karel.
„Heel veel beter,” zei mevrouw Greve, terwijl ze haar hartelijk kuste.
„We hebben nu twee kinderen en wij oudjes koesteren ons in hun geluk.”
„Staat u Mia in de vacantie aan Vadertje af ?” vroeg Tine, met ietwat bevende stem. „’t Zal in het begin wat vreemd voor hem zijn, zoo zonder dochtertje.”
„Wees daar gerust op,” zei Mevrouw hartelijk. „In de vacantie komt Mia steeds bij jullie.”
„Dank u, lieve Mevrouw,” zei Tine blij.
„Daar komen de auto’s voor,” riep Herman, die met Leo de leiding van het feest had.
158