Tine was in de wolken met het prachtige cadeau en Mevrouw vond, dat het nog niet half genoeg was voor al het liefs, dat ze gedurende haar ziekte van „Zuster” ondervonden had.
En nu was Tine weer thuis en ze werkte met onverdroten ijver aan haar mooie uitzet.
„De gebeurtenissen vliegen je als in een film voorbij,” schreef Tine aan Dé, toen de heerlijke Kerstvacantie voorbij was, waarin ze genoten had van Ernst’s bijzijn en ze allen in blije onbezorgdheid Kareis verloving gevierd hadden.
De Meimaand was aangebroken en het was een heerlijk voorjaar.
’t Leek, of de heele natuur mee wilde werken om Tines bruidstijd tot één langen zonnedag te maken.
In het bosch bloeide de gouden brem en de vogels kweelden hun schoonsten zang voor de twee gelukkige, jonge menschen.
In den huize Durieu was het een geweldige drukte. Mevrouw Cortelingen was er reeds eenige weken gelogeerd, om Juffrouw Bergsma met alles ter zijde te staan.
Mevrouw Van Beek, die van dokter Vermaas permissie had gekregen, om de bruidsdagen mee te vieren, was ook de gast van dokter Durieu en had een groote rustige kamer, waar ze op bevel van „Zuster Tine” vele rustuurtjes
154