„Best. En hoor eens, dan moet ik je nog wat vragen. Moet je niet, vóór je naar Mevrouw van Beek gaat, nog eens boodschappen in stad ?” „Ja, teerbeminde Karelebaas. En, dan kom ik heel toevallig in jullie lunchroom en hernieuw de kennismaking met de bekoorlijke Mia.
Als ze dan in de Kerstvacantie hier logeert, komt ze eens bij ons teaën. Goed gevonden ?” „Je bent een schat,” zei Karel blij. „Je raadt precies, wat ik je had willen vragen.”
„’t Lag er anders nogal dik boven op,” lachte Tine.
„Nou kind, ik ga aan ’t werk. Dag !”
„Dag Kraal, werk pleizierig en denk niet te veel aan Mia.”
Toen Karel weg was, bleef Tine in gepeins verdiept zitten.
„’t Lijkt wel of ’t in de lucht zit,” dacht ze. „Nu Karel weer. Als ’t zoo doorgaat, blijft die arme Paps alleen met Juffrouw Bergsma over. Maar kom, wat ben ik toch tobberig tegenwoordig, ’t duurt nog een paar jaar eer Karel aan trouwen kan denken en Leo is heelemaal nog te jong.”
Ze lachte zacht voor zich heen. Leo was een jaar ouder dan zij zelve.
Eenige weken daarna moest Tine voor verschillende boodschappen naar stad.
„Karel,” zei ze ’s morgens aan het ontbijt. „Ik ben tegen twaalf uur in die Lunchroom,
120