TWEEDE HOOFDSTUK.
Mevrouw Cortelingen, die vanaf de geboorte van Carlo de logée van Wim en Dé was, had beter gevonden, Tine niet direct te laten komen, en zoo moest Tine, veertien dagen geduld hebben vóór ze de baby kon zien.
Op een heerlijken, zonnigen Mei-morgen stapte Tine welgemoed en vol verlangen naar het station om voor eenige weekjes naar de geliefde vrienden te gaan.
Ze nam plaats in een eerste-klas-coupé en maakte het zich gemakkelijk.
Uit haar city-bag nam ze een boek en was juist van plan te gaan lezen, toen het portier van de coupé geopend werd en een oude dame wilde instappen. Hulpvaardig als ze was, stak ze direct de hand uit om de dame met instappen te helpen.
Dit bleek ook wel noodig te zijn, want de dame had een gebrek aan den voet en bewoog zich zeer moeilijk.
Uitgeput van vermoeienis liet zij zich in de kussens neervallen en bleef eenige oogenblikken met gesloten oogen en bleek gelaat zitten.
14