opende, vlogen we zoo rakelings over een kerktoren, alsof onze aviateur van plan was boven op de koepel een landing uit te voeren.
„De Kathedraal van Oudenbosch,” zei mijn man. „Waarom vliegen we zoo laag?” gilde ik terug.
„Waarom vliegen we zoo laag?”
„Om onder de donkere wolken te kunnen doorvliegen. Zie je niet hoe laag de wolken hangen?”
Ja natuurlijk zag ik dat. De regen droop er aan alle kanten uit in lange, onheilspellende slierten. Dat waren de wolken, die Vami tegen half vijf voorspeld had. Half vijf. De tijd, dat in de keuken de fluitketel gilde. Even daarna zou blonde Gretchen
90