tijd niets. Ik zwelgde in genoegens, in schoolvriendschappen, in stille vereering voor onderwijzeressen, in botsingen met de directrice en achter in mijn dagboek kladde ik een lijstje neer voor de wasch. Ja, die kostschool! We hebben er heel wat plezier gehad, heel wat stoute droomen gedroomd, en onbedaarlijk, ongelooflijk veel gelachen. De kamer, die we hadden, door gordijnen in vier kamertjes verdeeld, was bekend in de heele school als: The Pimpleroom. Als jullie weet, dat elke dictionnaire naast pimple de verklaring „puistje” bevat, dan snappen jullie zeker wel de trieste beteekenis van de duistere naam van ons slaapsalet. We doorleden de periode, dat ons uiterlijk schoon door puistjes ongenadig werd ontsierd, en mijn drie kameraden en ik stoven 's morgens het eerst naar de spiegel van de diverse dressingtables om te zien wat de nacht weer voor beroerds had gebracht. Dan hoorde je uit het verste kamertje de stem van Evelyn: „Another pimple is born to night.” En Lily steende, dat de reeds bestaande pimple naast haar neus op een onnaspeurlijke manier tot een knikker was uitgedijd. Maar Mary, de zachtaardige, klaagde: „O kinderen, nu het licht er op schijnt, een heel bouquetje pal op mijn kin. En nu moet ik nog wel uit vanmiddag. It's awful.” Waarop Evelyn, de kwajongen troostte: „Nu, je kunt ze beter op je kin hebben, dan op je neus.” En Cissy, de opstandige, tierde: „Deze kamer is natuurlijk besmet met pimple-baccillen. Ik zal vandaag Miss Carr vragen om een ander appartement.” Waarop het resteerende trio zich kromde en joelde: „Ja, dat doet Miss Carr direct!”
Na kostschool, vaders wensch om Engelsch M.O. te studeeren, wat indruischte tegen mijn veel heftiger verlangen om tooneel-speelster te worden. Hebben jullie ook wel allemaal niet eens geaarzeld tusschen de twee aanlokkelijke roepingen van tooneel-speelster en verpleegster? Zoo ging het mij! Ik voelde me een geboren tooneelspeelster, maar een even volmaakte verpleegster, als 't er op aankwam. Och arme, wat zou er van me terecht
22