98
vragen wie toch die twee deksels aardige meisjes waren waarhij mee gedanst had.
„Gek,” dacht hij, „dat ik op kantoor nooit zie, dat die schapen er zo aardig uitzien. Die Terhoeve, wat een knap ding! En zo gedistingeerd. Ik geloof, dat Gerrit je het danig van haar te pakken heeft. Wat zegt u?” vroeg hij, toen Mar z’n gedachtengang stoorde met te zeggen, dat ze het zo’n in-prettige avond vond en ze niet geweten had, dat hij zó goed toneel speelde.
„Och, kom,” gromde hij gevleid.
„Gek,” dacht hij, „dat ik op kantoor nooit zie, dat die schapen er zo
aardig uitzien.”
Toen hij Mar naar haar plaats terug bracht waarschuwde Gerritsen, dat het juist tijd was om de laatste electrische te halen en de Greef voelde zich opgelucht, dat het troepje ging verdwijnen en hij niet meer verplicht was tegenover zijn personeel zo strikt het decorum te bewaren. Tenslotte waren die toneelavonden een gezellige pan, waarbij hij de getapte was, maar dan moest er niet een troep kantoor-juffies iedere beweging van je bespieden.
„Het w&s werkelijk een geslaagde avond,” zei tevreden Jes, toen ze precies op het nippertje in de bijna lege electrische tram neerzegen.
De anderen waren het roerend met haar eens en Mar hield een toespraak tegen Gerritsen waarin ze hem uit aller