93
tegen Clem had gezegd, die aan haar andere kant zat, keek ze naar de aangewezen loge.
„Wat een knappe vrouw,” zei ze dan zacht tegen Gerritsen.
„Ja, ja, hij doet ’t niet minder! Hij is zo trots als een pauw op vrouwlief. Ze kleedt zich goed. En dat voor zo’n gat als Haarlem!”
„Nou, zó’n gat is dat niet. Dat is weer echt de geringschatting van een Amsterdammer!”
„Pardon, ik ben Hagenaar.”
„Nou, ja, die zijn net zo. Er is maar één Haagje. Schuif de biefstuk maer onder de deur deur!!! Zeg, wat een leuk snuit heeft die dochter van ’m. Eigenlijk helemaal zijn gezicht, alleen fijner. Aardig voor hem, al zo’n grote dochter. Zou-ie ’n leuke Pa zijn?”
„Wat heb je opeens een belangstelling voor hem.” „Daar heeft het ons nooit aan ontbroken,” lachte Ans. „Het is eigenlijk gek, die belangstelling van personeel voor de intimiteiten van hun baas. En je treft het overal aan, waar veel personeel bijeen is.”
Clem had het nieuws verder doorgegeven en alle meisjes loerden om beurten naar „des lievelings dierbaren.”
Tot het doek opging en alle belangstelling voor het toneel was.
„Hij is er nog niet bij,” ging het fluisterend van mond tot mond.
„Sjt!” siste een kwaad meneertje, dat het onbehoorlijk van die vreemdelingen vond om tijdens het spel van hun grote actrice een mond open te doen. Mar schoot in een stiklach en werd aan weerskanten door stompen tot stilte vermaand.
„Daar heb je ’m!” Jes was niet meer te houden en vergat ganselijk, dat ze pas tot stilte vermaand waren. „Wat ziet ie er sjijk uit!”
„Sjt... sjt... sjt!!!”
Gerritsen trok met verlegen gelaat z’n boord recht. Dat had je er nu van, als je met zo’n hitten-kolonie uitging. Wat zou de Greef wel denken! Dat kwam natuurlijk weer op zijn hoofd terecht. En nou maar niets zeggen, anders