67
zich. „Wat bezielt jou? De blaadjes komen aan de bomen! Doe nou goed, Ans! Laat dat schepsel toch voor wat ze is!”
„Schepsel! Schepsel!” Vóór iemand het kon verhinderen, vloog Stans op en gaf Gerritsen een klap in zijn gezicht.
„Stans!” klonk het als uit één mond.
„Gerritsen ga wèg,” verzocht dringend Miep en Stans terug duwend naar haar stoel, wenkte ze nog eens jiaar
... stonden de meisjes radeloos om Stans heen, die gilde en met armen
en benen sloeg.
Gerritsen, dat hij gaan zou, wat hij dan ook deed.
Nauwelijks was hij weg of hij hoorde uit de tikkamer een woest gehuil opklinken.
„Ik geloof waarachtig, dat die Stans aardig op weg is zenuwziek te worden,” dacht hij, z’n pijnlijke hand be-wrijvend.
In de tikkamer stonden de meisjes radeloos om Stans heen, die gilde en met armen en benen sloeg.
Juffrouw Broese, die net langs liep, kwam met verschrikt gezicht om de deur kijken.