mistlucht de kamer in... en luidruchtig na de gespannen stilte van straks... allemaal dooreen riepen ze: 'dicht de deur, Joop... hou 'm dicht...!'
Om de als nieuw-frisse tafel met blinkend wit doek schikten ze, gezellig kringetje makend, heen, en fijn-tintig van wazige rose en blauwe flitsjes krinkelde in lampeschijn damp uit de kopjes, die de moeder volschonk met thee.
De Rus, z'n apart-spreken met de vader nu afbrekend, schoof bij. Onder 't lamplicht scheen effen en glad z'n voorhoofd met het warrig haargekrul, was rustig-vriendelijk z'n gezicht. Als erbijhorend zat hij aan, in z'n kale, hoog-toegeknoopte, vreemd gesneden jas tussen de feestkleren van de anderen.
Fijntjes in de slurp-stilte tikte de klok en de kinderen, met klevende vingers, snoepten suikergoed, telkens listiglijk-snel het schaaltje beogend en dan, met bescheiden gebaartje, als toevallig, de mooiste uitpikkend. Ze staken ze in de mond en na even zuigen namen ze 't lekkers weer eruit tussen twee klevende vingertopjes, 't eens beziend en verrukt knussend met elkaar om de weelde van de avond. Ze kraakten de noten en pulkten onhandig met stompe nageltjes de stukjes pit eruit, met gezichtjes van aandacht en 't tongspitsje tussen even-gescheiden tandenrijtjes de bittere schilletjes dan er af vezelend. De zwerver nam een peer van het schaaltje en die zorgzaam schillend praatte hij gezelligjes met de moeder over van-alles, vragend of 't meer gebeurde, dat ze zo onverwacht bezoek kregen, als nu van hem...
'Niet veel,' toestemde de moeder, een peer etend met sappig-smakkende hapjes, 'deze streek uit, moet u denken, komen ze zo niet... de meesten weten wel, waar ze gaan moeten.'
Langzamerhand kwam er luidere vrolijkheid. De Jood begon te vertellen, leuke dingen, moppen, die hij zei zelf beleefd te hebben, en andere, die hij nog van z'n vader had. Van die eigenaardige Joden-geestigheden die haast altijd ook geestig zijn. Als er een uit was, luidruchtig schaterden de kinderen en de vader vertelde er nu ook, aardig in jargon... altijd dienst doende moppen van slimme rabbonem en brutale Polakken...
'Want,' wijsde de moeder, 'u natuurlijk niet, maar ze kénnen
62