Tegen de dwang (verhalen)

Titel
Tegen de dwang (verhalen)

Jaar
1907

Druk
1981

Overig
herdr 1981

Pagina's
248



rijkdom bij 't grof-armelijk schoeisel, een kort, net jurkje van fijn mousselien met kleurige bloemetjes. Warm in de zon guldde het springende, loskrullige haar, welig overstromend het nekje tot halverwege de rug van het witte jurkje, met de fijntjes erop tippende bloemfiguurtjes.

Ze deed heel niet luidruchtig, eerder stilleges, als iemand, die zich liefst ongezien houdt, maar in haar gretig toekijken was de hevige lust om mee te doen, mee te joelen, te zwaaien als de anderen met de takken, dat de bladeren floepten door de lucht, van de tak gerist en even nog fladderend als kleine, al vermoeide vogeltjes. Want haar beweeglijk gezichtje, met het zenuwig, hartstochtlijk mondje was vol lust.

Maar schuchtertjes stond ze, niet durvend... De grote, sterke jongens en meisjes van de school hadden haar al zo dikwijls geslagen en ruw weggejaagd, zo dikwijls haar gebruikt als 't speelgoed, waaraan ze hun kinder-wreedheid en groeiende kracht konden koelen.

Ze was 't enige Jodenmeisje op school, haar gezin 't enige van 't dorp. En van dat ze er-enkele maanden maar-nu waren, werd ze 't leven ondraaglijk gemaakt door bitse vijandigheid van de dorpelingen. Nóóit hadden er Joden op het dorp gewoond en toen zij er nu met het grote gezin waren gekomen, om er een manufacturen-zaakje te beginnen, hadden de boeren, al vóór de opening, gevloekt en gescholden in de herberg op die smerige Joden, die niks op d'r dorp te maken hadden. Bleven ze maar liever weg met hun vuile negotie!... 't Was om al dadelijk de moed erbij te verliezen. Maar vader, die altijd hoopte, nooit het hoofd neerlei, had gezegd, dat ze maar 't winkelkastje heel mooi zouden maken en op de openingsavond met veel licht. Dan móésten ze toch vanzelf wel komen. Mee-hopend hadden ze allemaal dapper geholpen. Oude vader, die al zoveel getobd en getrokken had, toch lustig gebleven en opfleurend bij ieder klein kansje van slagen, had de dag zelf achter 't nog geheimzinnig neergelaten gordijn de grote avond zitten voorbereiden. Bloemetjes en een paar grove planten hadden ze zorgzaam op 't grijs-blauw bekleedsel van de uitstalkast geschikt, tussen zwierig geplooide rood-zijden zakdoeken, boetenjongens-petten met glinstering van ankers en goudbies en andere, kleinere klungels. Saar

4i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.