Tegen de dwang (verhalen)

Titel
Tegen de dwang (verhalen)

Jaar
1907

Druk
1981

Overig
herdr 1981

Pagina's
248



En ze lieten de diep-blauwe hemel door, wat een vreemd gezicht gaf voor de overburen, die de ganse zomer in de koel-groene schemering, met wat luchtekleur er tussen spelend, hadden gekeken.

Een oude tuinbaas, wadend met z'n klompen door 't dikgespreide groen, bewoog zich kleintjes onder de bomen met z'n lange schaar-aan-stok, en pijnlijk-gerimpeld z'n oud-mannetjesgezicht naar boven, omdat de lucht zo fel licht, pikte hij er wreed-kalmpjes de grootste, levendste takken uit en gaf ze dan bedaard en zonder haast een vinnig klikklak-tikje-traag, met zwaar geruis, slepend gleden ze naar beneden, op de snee vochtig en fris wit.

Maar daar kwamen de jongens aan, overmoedig en licht-dronken van zon en lucht als van schuimende wijn; en 't wellustige blad-gegeur, dat ze in de bol sloeg, deed 't gezwaai van hun benen en 't wilde armbeweeg nog heftiger zijn. Uit hun frisse, open kindermonden welde tierige zang, als van vogels, die vol zijn van jeugd en vreugde.

Ze grepen joelend de takken beet, met hun tropeeën van twijg en blad, zoet geurend en levensvol nog en dol zwaaiden ze die boven 't hoofd, gillend en dansend. Rukkend gristen ze mekaar de groene takken uit de handen, stoeivechtend ermee, als losgelaten jonge honden. Door de luwe lucht stoven en stormden de afgeritste bladen, verscheurd en verfomfaaid; de kale, lange takken, veerkrachtig en sterk taai, met een schors als levende huid, hielden ze dan in de hand.

Met fél geluid zwiepten en floepten ze die door de lucht, in die sterke bewegingen wat van hun overmoed en lust ontladend.

Vechtend om de mooiste, om de dikste, buitelden ze door het groene bed, dat de klompen wegstoven, een eind verder geluidloos, onvindbaar terechtkomend. En de tuinlui wisten zelf niet of ze de hele kluit zouden wegjagen, die ze belette in rustig voortwerken, of dat ze die lust-waren ze niet ook jong en jongens geweest ?-zouden laten vieren voor ééns.

'n Klein, tenger meisje, van een jaar of acht, met een heel mooi gezichtje, waarin goudige bruine ogen, en met veel loskrullig, bruin haar stond op een kleine afstand van de joelende bende.

Ze was niet op klompen, maar ze droeg al oude, verlapte rijgschoenen, plomp aan de klein-kindervoeten en daarboven, vreemde

40

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.