Was de dokter er maar, als ze thuiskwamen....! Ben jij allang van huis....? Neen, hij hoefde alleen naar ״De Hoop", zij heeft van tamelijk ver erwten voor soep enstopsajet gehaald.... en jammer, de dokter kwam juist in dien tusschentijd.... Ze zal hem dus vandaag niet zien. Hij is aardig, hij is goed, de dokter, alle dagen zegt hij, dat hij Vader beter maken zal.... met zijn komen dringen warmte en licht in huis.... alleen, hij blijft maar zoo kort, want er zijn zooveel zieken.... en hij vraagt ze nu niet als van 't voorjaar toen ze mazelen hadden van vreemde en moeilijke woorden de beteekenis en het tegenovergestelde — weet je nog wel, van ״langdradig", en dat we allebei tegelijk zeiden ״beknopt"? —׳ hij praat nu niet met Vader en Moeder over hun familie en waar ze gewoond hebben en aan welke ziekten ze gestorven zijn.... hij heeft het te druk, je merkt het aan alles, hij noemt ze telkens bij een anderen en altijd bij een verkeerden naam! Vandaag ook? Ja, vandaag zei hij ״Gerard", ook nogal gek als je Jo heet!
Zoo, nu stil zijn, nu liefst op de teenen gaan, dat Vader hun stappen niet aankomen hoort en voorzichtig ook met de deur, de bel tegenhouden in je hand.... Stil brandt het lampje tegen den gelen wand in de gang, de deur naar de achterkamer staat open, de lampevlam is daar laaggedraaid, je ziet het aan het schijnsel.... sst nu.... sst.... niet stommelen bij de kapstok, niet stooten tegen den bak.... dompig-zachtkomt Moeders praten uit het alcoof— hooren
ze niet ook Vader....? Ja, een enkel woordje.....
kort-uitgestooten.... hoe moeielijk schijnt het geluid te komen, en met wat drogen, heeschen klank.... Ze mogen nooit ongeroepen naar Vaders bed....
13