88
Thuis schreef ze hem onmiddellijk, dat ze hem niet en nooit meer wilde zien, verzond dien brief, schreide niet, doch was roerloos, liep roerloos, praatte roerloos, lei zich roerloos in haar bed en waakte zonder klacht of tranen met gesloten lippen de donkere uren door. Iets als een voorgevoel, dat jegens anderen het zwijgen alleen haar overig zou blijven, kwam op haar af. Ze bleef drie dagen achtereen zwervend weg van de school, werd betrapt, voor enkele weken verjaagd, liet zich die weken niet zien en kwam daarna slap en stil en tam in de klas terug.