Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



86

Fred vernomen had, hij was een echte meisjesgek, wandelde niet alleen met Heieen, maar ook wel met anderen in donker-avond en dichtte gedichtjes voor al zijn kennisjes. Heieen moest maar gaan kijken achter de kerk, als ze het niet geloofde! Heieen moest maar navragen bij deze en bij gene! Als ze dus gehoopt had op verloven en trouwen, en als het haar daarom te doen was, dan zou het haar tegenvallen, want Fred dacht daar niet over. Doch Heieen dacht nooit aan verloven en trouwen, ze had geen andere begeerte dan dat Fred haar echte vriend zou zijn en blijven en dat ze te zamen het leven uit de boeken, dat haar nog immer licht te verwezenlijken scheen, het oprechte, eenvoudige, vrije, heldhaftige, dat was als ruim, blauw water met opspattend schuim in de zon, zouden leven. En ze sloeg aan het kwaad geen geloof. Doch toen het kameraadje eenige dagen later inderdaad een blaadje papier meebracht met een versje op haar roode wangen, waarin Heieen woorden en regels herkende van het versje, dat hij haar enkele weken geleden had toegezonden en haar tegelijk vertelde, dat Fred alles wist — maar niet door haar — van Heleen's nieuwe jurk en haar baaien rok, en dat ze er samen om gelachen hadden, werd Heieen zoo teugelloos bedroefd, dat ze het niet verbergen kon. Ze leunde tegen den muur en schreide van pijn. Thuis schreef ze met afgewend hoofd en stroomende oogen een briefje en trilde in haar zelfbeklag. Was Fred haar vriend of van alle meis

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.