VIII.
EBBEN kreeg haar onderricht van meesters, die onder het bijbrengen van kennis het bijbrengen van reeksen aparte feiten verstonden, omdat ze voor zichzelf daarvan geen ander begrip en geen andere behoefte hadden. Weinig van wat zij op-die school dus leerde, hechtte zich blijvend in haar vast, want het sloot niet aan bij wat haar innerlijk vervulde, die duistere en verwarde wereld van vragen en zuchten en vermoeden bleef van iedere verbinding met de uitwendige wereld verstoken.
Ze leerde en begreep echter vlug en dit herstelde haar zelfvertrouwen, doch daar haar geest weigerde te vertoeven bij wat hij eenmaal begrepen had of bij wat geen dieper belang scheen te hebben, steeg haar afkeer tegen het eentonig huiswerk tot een onoverkomelijken weerzin, soortgelijk aan dien van haar lichaam tegen sommige spijzen. Vaak genoeg nam ze zich voor haar taak naar behooren