Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



52

gekleed te gaan, riet of nipah op daken te leggen, en dat alleen overdreven menschen van die dingen ophef maakten —, toen voelde Heieen plotseling die beklemming, alsof wat de meester daar zoo hupsch en nuchter vertelde, een dieperen en'ban-geren zin had. Ze werd bleek en onrustig. Had de meester gelijk en leek dat allemaal alleen maar zoo vreemd en ontroerend? En als de meester gelijk had, waarom moest dat dan zoo vreeselijk wezen, waarom voelde ze zich daarom plotseling zoo verlaten en ongetroost? Heieen wist het niet, draaide ongedurig in haar bank en zuchtte.

In dienzelfden tijd las Heieen buiten de school in een boek een versje, dat ongeveer aldus eindigde:

Wie die vogel kweekt en voedt, Wie die bloem verzorgt en hoedt, Wie zoo vroolijk zingen kan Dat en is geen slechte man.

Dit ving haar en liet haar niet los en bracht haar aan het mijmeren over het verband tusschen de vroolijkheid en de goedheid. Ze begon te verlangen, dit verband te zien en te begrijpen, niet omdat ze er aan twijfelde, of het wel bestond — want het tegendeel was waar en ze had deze en andere samenvoegingen, als drift en zachtmoedigheid, gestrengheid en rechtvaardigheid, geleerdheid en onhandigheid, bescheidenheid en ״ware verdienste" al reeds meer hooren noemen en ook wel zelf opgemerkt, doch nu begeerde ze het waarom te vinden in een gezamenlijke oorzaak voor de beide

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.