Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



44

met een toode hel van angst in haar hoofd. Dan dorst ze geen lid van haar lijf verroeren, in de stilte niet opstaan en niet krijten en leed haar marteling tot de dag door raam en reten drong, sprong het bed uit, stortte zich op den grond en strekte haar armen naar het licht.

Ten leste zwol de benauwdheid van hare angsten zoodanig in Heleen's wezen aan, dat ze elk ander gevoel uit haar verdrongen. Er waren dagen, dat ze niet dorst opzien naar het gelaat van de maan en de vormen der wolken, dat ze, in den schemer, van den weg af kwam aangedraafd, verward in haar adem en zich met sidderend lijf tegen de buitendeur stortte om die te grendelen en zich met voorwendsels en jokkens aan het gevaar, naar boven te moeten, zooveel mogelijk onttrok.

Toen Heleen's vader van die angsten begon te vermoeden, besloot hij er zijn wil rauwelijks tegen in te zetten tot Heleen's eigen baat; zijn minachtende woorden knauwden haar wel, maar ze gaf niet altijd toe. Doch eens in het schemeruur, ze zouden juist hun maal beginnen en Heieen zat reeds aan tafel, beval hij haar naar boven te gaan en een mandje te bergen in een kast. Heieen werd grauwbleek, maar ze zweeg en rees op en ging de kamer uit en klom bevend bij de duistere trap omhoog naar boven. Ze kwam de verlaten kamer in, binnen de stoffige ruiten hing het doodsche donker, koud klonk haar stap op den plankenvloer, de kast kierde en sloeg kelderlucht uit. Ze vermeed

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.