Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



43

haar overkomen kou, was eenzelfden droom twee keer achtereen te droomen, dan was ze den volgenden dag wild van onrust en vrees dat het wederom komen zou. Dat was geschied met den droom van de drie mannen, de droom, waarin de kamer beneden wijd werd tusschen de wijkende wanden, het licht in de lamp bleeker en geler en tienvoudig verspreid en elk ding in de kamer stond te trillen van een benauwd voorgevoel. Vader en moeder, de broertjes, de zuster en zijzelf, keken allen in éénzelfde seconde op en elkaar aan, sloegen één seconde later allen de oogen neer met sidderende lippen. De drie mannen zaten weer in hun midden, spraken niet, bewogen niet en keken toe. Ze zaten er avond aan avond, niemand wist van waar en hoe ze binnen kwamen. Doch erger dan hun bijzijn was het gruwelijk oogenspel, dat nu aanving. Heleen's oogen trachtten die van haar vader te naderen, om hem te smeeken, dat hij op zou staan en van buitenshuis hulp gaan halen, ze zag haar blik als een trillende zilverdraad naar haar vader uitgaan, doch halfweg werd die blik ondervangen en weggevoerd door de sterkere blikken der mannen. Niemand van hen kon de anderen met de oogen naderen en beduiden, over de tafel trilden de blikken als zilveren draden, werden gevangen en weggevoerd.... de spanning steeg ondraaglijk, een suizen werd hoorbaar en alles stond op barsten —, tot Heieen wakker sloeg en zich heet zweetend alleen bevond in den nacht,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.