Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



31

en misten wederum brood en bed. O, had zij er ook nu mogen zijn, dat hij niet in de steengroeve had behoeven te sterven, had ze in gindsche donkere stad mogen zijn en de jongetjes waren niet in een ondergrondsch gewelf gemarteld en mishandeld door den boozen padrone, zij immers had alles uitgebracht en hulp gehaald en rechters geroepen en menschen overreed om de jongetjes bij zich op te nemen. De boosaard van een padrone zou zwaar worden gestraft.... Maar stil —, nu is hij alleen in zijn koud en duister kelderhol, zie in zijn oogen, hij wacht trillend zijn vonnis; hoor naar zijn stamelen, hij heeft berouw. Plotseling is ook hij oud en een verkommerde stumper; snijdt de touwen door, waarmee hij is gebonden, laat hem los, laat hem vrij. Hij wil een goed mensch worden en wij kunnen niet vrij-uit juichen, zoolang hij in boeien ligt.

Zoo droomde Heieen over het boek en liet haar tranen vrijelijk stroomen. Hoe knauwde haar dan de kale werkelijkheid, als ze tot bezinning kwam.

Schoon Heieen bij voorkeur vredige en zachtaardige boeken las, was ze geenszins afkeerig van die verhalen, waarin van dapperheid en heldenfeiten werd gewaagd. Boven moed en dapperheid echter bekoorde haar onbewust de edelmoedigheid als een deugd van edeler gehalte en voornamer natuur.

Leed de edelmoedige door zijn edelmoedigheid, dan voelde ze ook niets voor hem van haar gewone

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.