Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



289

geworpen en in scherpe pijnen uitgerekt naar eene richting. Mocht het schijnen, dat zij en haar vriend van eenzelfden maat waren en van eenzelfde gehalte, hij was van binnen gaaf en in zijn geheel gebleven, doch zij vol scheuren en onheelbare kneuzingen. Bijen zamelen honing in, zoolang het zomer is — want lust en bestemming zijn in hen tot één vereend — ze vragen naar geen doel en geen waarom, doch in den winter, als de bloemen verdwenen, ligt er de voorraad en bewaart voor den dood. Hadden ze zich verzet te doen wat ze niet begrepen, ze zouden hebben moeten sterven. Niet zij alleen leefde in een woestijn, maar wel zij alleen miste teerkost en tijdverdrijf, de lengte der dagen en de honger der nachten dreigden haar te verpletteren —, ze had zichzelve leeggezogen.

Nooit te voren had Heieen zoo schrikkelijk haar eenzaamheid beseft. O, zij en haar vriend, hoe verschilden ze nog naar hun groei en maaksel. En toch was hij haar boven alles dierbaar en toch stond hij haar nader dan eenig ander mensch. Hij ook had het leven als een rekensom ontworpen en de som zijner zekerheden in den nul uitgedrukt, die de gesloten kerker is van eiken mensch, maar hij had niet, zooals zij, toch altijd weer aan de traliën gewrikt en de tanden geknarst; hij was als een gelaten gevangene midden in zijn cel gaan zitten en aan zijn dagelijksch werk gegaan, wetend dat rukken nutteloos is en dat toch ook geen mensch meer van de wereld ervaart dan de gevangene

Heieen. 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.