Heleen, een vroege winter

Titel
Heleen, een vroege winter

Jaar
1913

Druk
1913

Overig
1ed 1913

Pagina's
311



259

voor beiden in leed en in weerzin eindigt. De angst dat ze buiten haar wil en verstand om, dien daad zou begaan, als haar de eenzaamheid ondraaglijk werd en het weifelend dwaallicht haar verlokte, maakte haar gejaagd, het dagelijksch optornen tegen zichzelf vermoeide haar bovenmate.

Er was ook deze mogelijkheid — zei ze zichzelf dan weer in oogenblikken van kalmer beraad — dat ze hem van liefde niet sprak, doch troost en onderstand als bij een vriend kwam vragen. Dan overwoog ze wat ze hem zeggen kon en keerde zich weerzinnig af van die ziellooze en door misbruik beduimelde woorden, daar elke verschoten j uff rouw zich van bedient, om haar lievelingsdominee te zeggen, dat de wereld zoo slecht is en dat ze hem bewondert. Om alles ter wereld, géén gevoelsbiecht; want het zou niet de eerste zijn, die hij te hooren kreeg, noch haar tranen de eerste, die een man verveelden en met zijn figuur pijnlijk verlegen deden zijn. Zijn glimlach zou haar doen verkrimpen en zij zou hem haten om den nederlaag uit eigen onmacht en voorbarigheid, of erger, hij zou aan haar oprechtheid twijfelen en meenend dat ze hem had willen vangen met een grove list, zijn hart voorgoed van haar afwenden.

Ze moest dus wachten, moest zich bedwingen, en hem den tijd gunnen, haar zonder opgedrongen inlichting harerzijds, uit dagelijksch woord en daad te leeren kennen. Ze had meer dan klacht en tranen, ze had haar geest en haar begaafdheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.