102
dingen te zeggen en te doen, dat ze het telkens deed —, ze lachte te luid, eens stiet ze iets om en haar tante wenkte boos haar weg. Toen sloop ze stil naar de kamer van haar nichtjes boven, ontstak er de lamp en bekeek hun kleine eigendommen, de poppetjes en kleedjes en prentjes, ze nam de foto's van vriendinnetjes in de hand en vond elk dier meisjes mooier dan zichzelf. Aandachtig tuurde ze naar japonnen en kapsel, zóó dienden dus de kleeren, zóó het haar.... Ze hield zich voor dat het gewichtig en moeilijk was, zich te kleeden en mooi te maken en voelde spijt, dat het haar niet was geleerd, zuchtend zette ze de portretten op hun plaats tusschen de vele kleine snuisterijen op de pronktafeitjes, behoedzaam zorg dragend niets te breken, draaide de lamp weer uit en ging met de oogen toe in een laag stoeltje zitten, het hoofd tegen den muur, zacht heen en weer het bewegend in de oude, onvaste smartelijkheid van den avond op het speelplein, van den dag, dat ze uit huis was gegaan.
Beneden werd intusschen muziek gemaakt, stemmen zongen schril en vroolijk boven de piano uit, handen klapten, voeten stampten de maat. Heieen drukte de handen tegen de borst en zuchtte —, maar het was niet van verlangen om in de vroolijkheid daarbeneden te deelen, het was heimwee naar het geheim dat ze in zich omdroeg en niet kennen mocht, heimwee als een stekende pijn....