ik zó zorgenvrij genoten? Ik denk aan Frankrijk, aan België, aan Duitsland, aan wat ik mij van Indië herinner, nee nergens voelde ik zo open en zo toegankelijk mij voor de natuur. Nergens. .. maar dat is toch niet waar... want ergens ligt een verloren land, waar geen macht en geen kracht mij weer heenbrengen kan, omdat ik er niet van ben gescheiden door de afstand, maar door de tijd...
Uit de schoolbibliotheek heb ik, immer leeshongerige zesde-klasster, een bloemlezing voor de ouderen geleend en ben er dadelijk op goed geluk in begonnen. Wat ik opsla, blijkt het verhaal van een reis door de tunnel van de Mont Cenis. De naam van de schrijver - M. A. Perk - neem ik vluchtig in mij op, de man interesseert mij niet. Ik lees en droom en volg de trein. Hij is nu nog in Frankrijk, in Modane, langzaam stijgt hij boven de leien daken uit, duikt in de tunnel en wroet zich hijgend door die donkere koker heen en komt weer voor de dag, en is in Italië, in Bardonnécchia. De conducteurs roepen: 'Bardonnécchia! Vijf minuten oponthoud!' Het staat er ook in het Italiaans, maar de uitheemse woorden hebben geen vat op mij, en ik heb geen vat op hen. De trein houdt stil, in de zon, in Italië! En dan dit:
Groene dennen en slanke berken stonden langs de weg, men hoorde de stortbeek ruisen.
O, hoe vaak later heb ik het trachten te analyseren... Is het mooi? Is het 'litterair'? 'Men' hoorde de stortbeek ruisen. Wat hebben we dat 'men' verfoeid, met een artistiek verfoeien. Nu schrijven we het trouwens weer...
Het is woensdagmiddag. Op de 'burcht' achter het stadhuis exerceren de schutters bij trommelslag. Langs het water, voor
78