hem wacht... daar stuit hij plotseling op iets dat machtiger is dan hij... en geeft zich over en zijn leven is gedaan... En dit behoort almee tot mijn aardigste reissouvenirs.
DE VELE MENSEN
Ons tochtje naar Fulpmes is toch nog doorgegaan. Op het nippertje, morgen reizen we af. We hadden er een der laatste dagen voor bestemd, we moesten dan toch weer in Innsbruck terug zijn om de thuisreis te regelen.
Maar die laatste dagen waren de wolken niet van de lucht, dan zijn de gletsjers onzichtbaar, en naar Fulpmes gaat men om de gletsjers. Eerlijk gezegd, veel dichter dan op het nabije 'Grünwalderhof zijn we ze toch niet genaderd, maar is zo'n bergspoorkringloop, met de voortdurende verrassingen van een immer wisselend verschiet, is het geen lust op zichzelf? Dan ook was er iets heel aantrekkelijks in om de kammen en toppen, die zo lang in onze horizon stonden dat we hun silhouetten aanzagen als bekende gezichten, eindelijk, vóór het scheiden, één keer van nabij te aanschouwen. En ik heb, aan mijn collectie rivieren - andere mensen zamelen in hun herinnering de toppen die ze beklommen, de steden waar ze vertoefden - de Stubai toegevoegd, ik heb die koude, kloeke glets-jerstroom met dubbel kruis gemerkt!
In trage bochten opwaarts wurmend, heeft ons het hijgende treintje nog een paar honderd meter boven Igls gevoerd, we hadden er al afscheid van genomen en konden het nu van verre nog eens begroeten - de 'Gartenschank' waar we onder dik
־72