Deze toch heeft een esthetiek en een esthetische traditie, ze bezit haar ideaal van menselijke schoonheid in de gelaten der Heiligen en der Uitverkorenen. Kom in een streek, waar uitsluitend protestantse boeren wonen en gij vindt er, naast de familieportretten, waaraan getrouwe gelijkenis en geen ideale schoonheid wordt tot eis gesteld, slechts de elkaar flankerende maanlandschappen en molenbeken in fotogravure. Er vormt zich in die gemoederen dan ook geen vast en ferm ideaal van menselijke schoonheid. Kom nu echter hier in onze oud-Larense interieurtjes, het kind groeit er op tussen de stralende gestalten, die hem aanblikken van de grauwe lemen wanden in prent, van bovenop het schamele linnenkastje in beeltenis... het kind wordt ouder en vindt deze zelfde gestalten op zijn bidprentjes, het vond ze wellicht al eerder terug in moeders en grootmoeders kerkboek, het aanschouwt ze weer opnieuw in de kerk... en dit geslachten achtereen! Zo vormt zich een vast en onverbrekelijk ideaal van goddelijke schoonheid, en menselijk schoon is dan natuurlijkerwijs in hun oog slechts dat, 't welk die goddelijke schoonheid enigermate nabij komt...
Kan nu op een aldus gevormd gemoed iets verbijsterender werken dan wat zij om zich en voor zich zien van de schilders-esthetiek? Het is, in sterker mate, dezelfde verbijstering als waarvan ik u indertijd vertelde, die Matje bezielde, toen ze ons Amsterdams bovenhuis betrad, ons buffet, onze gordijnen en snuisterijen zag...
Hoe ter wereld konden we zo verzot zijn op die armelijke, vervallen, kaal en karig gemeubelde boerderij, wij, die dat allemaal bezaten. Hoe ter wereld krijgen de schilders het in hun hoofd vrouwen in haar werkjak, kinderen op klompen, in een 'ongeredderde' kamer, met de aardappelschillen over de vloer en de pot op tafel, en dat niet alleen, maar kromme gedrochtjes van oude wijfjes en oude kereltjes, getrouw en geduldig af te malen... hoe ter wereld zijn er mensen, die dat mooi vinden en voor kapitalen kopen! Stralende hemelen, gouden zonnen en gouden aureolen, purper en blauw van gewaden, rozerood en korengeel van lippen en haren... dat is mooi...
65.